3-Methylglutaconacidurie type II (Syndroom van Barth)Inleiding

Je lichaam heeft energie nodig voor alles wat je doet: voor bewegen, denken en het laten kloppen van je hart. Die energie haalt het uit eten, of uit opgeslagen voorraden in spieren en vet. Maar de koolhydraten, vetten en eiwitten die we eten en opslaan, kunnen niet direct gebruikt worden. Ze moeten eerst omgezet worden in een energievorm waar de lichaamscellen mee uit de voeten kunnen. Die stof heet ATP en wordt gemaakt in de energiecentrales van je cellen: de mitochondriën.
Bij patiënten met het Syndroom van Barth zijn de mitochondriën abnormaal gevormd, waardoor ze minder goed in staat zijn om energie te leveren. Dit geeft de meeste problemen bij onderdelen van het lichaam die veel energie nodig hebben, zoals de spieren en dan met name de hartspier.

Patiënten met het Syndroom van Barth hebben een defect in het enzym cardiolipine dat normaal gesproken zorgt voor een goede structuur van het membraan van de mitochondriën. Het tekort aan normaal cardiolipine veroorzaakt de afwijkende mitochondriën bij dit syndroom.

De ziekte komt voor bij ongeveer 1 op de 300.000 tot 400.000 pasgeboren kinderen wereldwijd. In Nederland zijn maar een paar families bekend met het Syndroom van Barth.