Alfa-mannosidoseInleiding

Alfa-mannosidose is een lysosomale stapelingsziekte waarbij zogenaamde 'oligosacchariden' worden gestapeld. Dat zorgt voor een geestelijke en lichamelijke achteruitgang van de patiënt. De symptomen lijken sterk op die van de MPS-ziekten, waardoor patiënten vroeger ook in die groep werden ingedeeld. In de jaren '60 van de vorige eeuw bleek dat het om een andere groep ziekten ging. Alfa-mannosidose was in 1967 de eerste van de oligosacchariden die werd beschreven door een arts.
De symptomen van de ziekte kunnen in ernst varieren. Symptomen van de ernstigste vorm (type 1) komen al tot uitdrukking binnen het eerste levensjaar. Mildere vormen komen pas later in de kinderjaren of op volwassen leeftijd tot uitdrukking (type 2). Er is overigens niet een strikte scheiding tussen de typen, er komen veel tussenvormen voor.

Beide vormen van alfa-mannosidose zijn zeldzaam en erfelijk. Wereldwijd zijn er zo'n 200 patiënten bekend, maar mogelijk zijn er nog patiënten waarbij de diagnose nooit is gesteld. De schatting is dat de ziekte voorkomt in 1 op de miljoen levendgeboren kinderen. In Nederland zijn er maar een paar patiënten bekend.

Lysosomen zijn onderdelen in de cellen van een mens. Het zijn in feite de recyclefabriekjes van de cel, waar moleculen worden afgebroken. Dit zijn oude, kapotte celonderdelen, of bijvoorbeeld delen van virussen of bacteriën die door het lichaam zijn vernietigd. In deze lysosomen worden grote moleculen in kleinere stukken geknipt, waarna ze vervolgens door de Cel hergebruikt worden. De gemiddeld 300 lysosomen in een cel zijn zeer verschillend. Hun vorm is afhankelijk van welke moleculen ze precies moeten afbreken. Binnen een lysosoom zijn zo'n tientallen enzymen actief, die elk een specifieke stap in het verknippen van een stof uitvoeren. Als er een Enzym ontbreekt of zijn werk niet goed doet, kan één stap in de verwerking niet worden uitgevoerd. De stof die verwerkt had moeten worden, hoopt zich dan op in het lysosoom. Vandaar de naam lysosomale stapelingsziekten: een ongewenste stof stapelt zich op in het lysosoom. Dit heeft gevolgen voor de cel en uiteindelijk ook voor de organen en het lichaam.

De stoffen die niet worden afgebroken bij alfa-mannosidose zijn zogenoemde 'oligosacchariden'. Dat zijn korte ketens van eiwitten en/of suikers. Het zijn stoffen die het lichaam nodig heeft om te groeien en voor stevigheid. Ze zitten bijvoorbeeld in botten of kraakbeen. In gezonde mensen worden zulke stoffen continu gemaakt en weer afgebroken. Zo worden ze steeds ververst. Het recyclen gebeurt in de lysosomen. Bij patiënten met alfa-mannosidose gaat er bij dat afbreken iets mis, waardoor het recycleproces ergens vastloopt.

Bij kinderen met alfa-mannosidose is er iets mis met het enzym alfa-mannosidase. Dit enzym wordt niet of nauwelijks gemaakt, waardoor verschillende korte eiwit- en suikerketens niet kunnen worden afgebroken.

Alfa-mannosidose hoort bij een groep van ziekten, de zogenaamde 'glycoproteïne stapelingsziekten'. Bij alle ziekten in deze groep is er een enzymdefect waardoor de lichaamscellen bepaalde korte eiwit- en suikerketens niet kunnen afbreken. De andere ziekten in deze groep zijn:
Bèta-mannosidose (defect enzym: bèta-mannosidase)
Alfa-fucosidose (defect enzym: alfa-fucosidase)
Sialidose (defect enzym: alfa-neuraminidase)
Galactosialidose (defect enzym: beschermfactor voor neuraminidase en bèta-galactosidase)
Aspartylglucosaminurie (defect enzym: aspartylglucosaminidase)
Schindler's ziekte (defect enzym: alfa-N-galactosaminidase)
Mucolipidose 2 / I-cel ziekte (defect enzym: N-acetylglucosamine-1-fosfotransferase)
Mucolipidose 3 (defect enzym: N-acetylglucosamine-1-fosfotransferase)